De kasteeltoren

De Tour du Château is het overblijfsel van de voormalige residentie van de plaatselijke heren. Het kasteel werd afgebrand onder Lodewijk XIII en herbouwd na de Godsdienstoorlogen in de 16e eeuw.

Het kasteel kwam soms in handen van katholieken en protestanten, maar werd uiteindelijk in 1581 teruggegeven aan de familie de Villeneuve. De familie Brunet, markies de Villeneuve, bezat het kasteel tot 18 februari 1862, toen de laatste telg van de familie het verkocht aan Philippe Pons de Villeneuve.

Op 23 juli 1913 werd het eigendom van Marie-Joseph Louis Pons, graaf van Villeneuve en luitenant in het 10e Montauban Dragoon Regiment. Daarna werd het verkocht, met uitzondering van de noordelijke toren en het land er tegenover, aan de gemeente Villeneuve, vertegenwoordigd door burgemeester Louis Peyrou. Het kasteel raakte in verval en werd in 1925 gesloopt. Later schonk de Comte de Villeneuve de Toren (het laatste overblijfsel van het kasteel) en het land aan de gemeente op voorwaarde dat het behouden en onderhouden zou worden. Deze belofte werd nagekomen en de gerestaureerde toren wordt nu onderhouden door de gemeente.

De wallen

Een zwarte stenen muur omringde het dorp. Rond 990 bestond de gordel uit twee muren en werd in 1336 hersteld om indringers te bestrijden. Ondergrondse gangen liepen van de kasteeltoren naar de vlakte. Er was de "Empayral" poort in het noorden en de "d'Orb" poort in het zuiden. Sommige overblijfselen van deze muur zijn vandaag de dag nog te zien.

nl_NLNL